15. De hardloop geschiedenis van Caroline

Gepubliceerd op 30 december 2024 om 13:37

We schrijven blogs voor onze missie, de marathon van Parijs voor Kika. We hebben nog veel nodig om ons streefbedrag te halen. Wil je ons helpen ons doel te halen en Kika hiermee te steunen? Kijk dan op onze actiepagina en doneer. Elke euro is van harte welkom! Vele kleine beetjes maken bij elkaar een mooi bedrag. https://supporta.cc/oht8/h1bxoae3g6

 

Is het niet grappig dat jonge kinderen van nature veel rennen? Ze denken daar niet over na, maar doen het gewoon.

Ik ook.

Ik groeide op in een sportief gezin en we hadden veel ruimte in onze buurt om te spelen en te rennen.

Tijdens de vele wandelingen die we maakten, daagde mijn vader ons regelmatig uit door een wedstrijdje te doen, wie er het eerst op de top van een heuveltje stond. Dan rende hij enthousiast mee en won vaak.

Zo lang als ik me kan herinneren, ging mijn vader regelmatig hardlopen. Gewoon voor zichzelf.

 

Als kind ging ik op hockey en ook daarbij was rennen een groot onderdeel. Eerlijk gezegd vond ik dat ook het leukste. Ik had namelijk totaal geen goed balgevoel, maar rennen met de bal aan de stick, dat kon ik! Van de ene kant van het veld, naar de andere kant. Heerlijk.

De middelbare school kenmerkte zich met de gymlessen die ik over het algemeen vreselijk vond. Behalve rennen. Dat was zowat het enige waar ik een beetje goed in was.

Ik begon meestal langzaam, vervolgens steeds een beetje sneller en haalde dan geleidelijk steeds meer anderen in. Dat is iets wat ik nog steeds doe.

In die tijd ging mijn vader bijna elke zondag een rondje hardlopen in het bos in de buurt. Er was een tijd dat ik er absoluut niet aan dacht om mee te doen. Maar er kwam ook een tijd dat ik dat wel leuk vond en dat we zelfs met een groot gedeelte van het gezin meededen. Zelfs mijn moeder rende een periode het leuke rondje van 5 km.

Vanuit school werd er een bergvakantie georganiseerd en daarvoor moest je 10 km kunnen hardlopen. Daar heb ik voor getraind en dat ging eigenlijk erg makkelijk.

Daarna stopte ik er echter ook mee, want uitgaan werd belangrijker dan vroeg opstaan op de zondagochtend om mee te rennen met de familie.

 

In de jaren daarna had ik af en toe een periode dat ik wilde hardlopen, maar lang duurde dat meestal niet. Mijn luie jaren waren aangebroken.

Pas rond mijn 28ste ging ik weer een serieuze poging wagen en kwam ik uiteindelijk tot 12 km achter elkaar. Ik genoot ervan, maar had niet de discipline om het maanden achter elkaar vol te houden.

Ondertussen hoorde ik de verhalen van mijn vader die inmiddels al redelijk wat evenementen had gelopen zoals een paar halve marathons. Mijn oudste broer liep zijn eerste halve marathon samen met mijn vader en is daarna zelf nog veel meer gaan trainen en heeft een heel aantal marathons gelopen en oriëntatie trailruns, waarbij je zelf je route moet uitzoeken.

Ik genoot wel van hun verhalen en kon me er tegelijkertijd niet zo heel veel bij voorstellen. Ik wist toen niet echt hoeveel kilometer een halve of hele marathon was.

 

Ik kreeg kinderen en de zwangerschappen gingen gepaard met forse bekkenproblemen waar ik bij beide ongeveer een jaar nodig heb gehad om volledig te herstellen.

Pas in 2009 deed ik weer een volgende serieuze poging om het hardlopen op te pakken. Helaas kreeg ik toen heel snel last van een pees in mijn linker enkel. Daar heb ik heel wat jaren last van gehad. Elke keer als ik het hardlopen weer wilde oppakken, speelde die pees flink op.

In 2015 deed mijn zoon mee met de kidsrun van de Alkmaar City run by night. Hij zat toen op atletiek en rende verschrikkelijk hard. Wat leuk om al die kids zo heerlijk te zien rennen en wat een geweldige sfeer. Een vriendin van mij deed hier ook aan mee en vertelde hoe gezellig dat was. Daardoor begon het bij mij toch ook te kriebelen om het hardlopen opnieuw op te pakken. Ik heb toen veel geprobeerd om het peesprobleem aan te pakken en geleidelijk kon ik weer een beetje hardlopen. Bij de Alkmaar City run van 2016 stond ik zowaar aan de start van de 5 km, samen met mijn oudste broer, mijn dochter en zoon. Ik kon nog geen 5 km achter elkaar rennen, maar zou tussendoor wel wandelen en dan hopen dat ik het binnen de tijdslimiet van 45 minuten zou gaan redden. Dat zou spannend worden, wist ik. Maar omdat er zoveel mensen langs de kant stonden aan te moedigen, vond ik het heel suf om al heel snel te gaan wandelen dus liep ik door. Uiteindelijk heb ik toch de volledige 5 km gerend, gedragen door alle aanmoediging van het enthousiaste publiek. Wat was dat een gave ervaring! Dat smaakte naar meer. Met een tijd van 41:46! Wetende dat ik vroeger de 5 km in 30 minuten rende, was dit wel een erg langzame tijd. Maar met alle problemen was ik er toch heel trots op dat het me was gelukt om 5 km te rennen.

Ik had de wens om ooit nog een keer mee te doen en dan sneller te kunnen rennen, hopelijk rond de 30 minuten.

Helaas schoot een paar weken later de pijn weer flink in de pees en was ik voor mijn gevoel terug bij af.

Eind van dat jaar probeerde ik of injecties zouden helpen, maar ook dat hielp niet. Ik werd doorgestuurd naar een orthopeed.

Begin februari 2017 gleed ik uit. Mijn rechter enkel klapte volledig dubbel en ik kwam er met mijn volle gewicht op. Oef, dat was pijnlijk. Voorzichtig geprobeerd of ik kon lopen en dat lukte, al was het erg pijnlijk. Ik was aan het werk, dus ging toch maar door. Dat heb ik die avond flink moeten bezuren.

De kneuzing in de voet wilde niet goed genezen.

Toen ik bij de orthopeed terecht kon, besprak ik ook het probleem van de nog steeds pijnlijke rechtervoet. De orthopeed dacht dat zowel het probleem in de linker enkel, als de slecht genezende kneuzing aan de rechter voet, kwam door te korte achillespezen. Daardoor kwam er teveel druk op de peesplaat onder de voeten en dat gaf de problemen. Ik vond het wel een beetje gek want zo kort waren mijn achillespezen niet in mijn ogen, maar de orthopeed hield vol en adviseerde oprekken via gipscorrectie. 4 weken ging ik met 2 voeten in het gips en dat maakte het probleem van mijn rechter voet alleen maar erger. Ik bleek dystrofie te hebben en van wat ik daarvan wist was dat niet erg rooskleurig. Na maanden tobben en veel pijn, waarbij ik amper 2 km kon wandelen, kwam ik bij Heliomare terecht voor een re-integratie traject. Daar kreeg ik te horen dat ik nog ouderwetse ideeën had over dystrofie. 5 minuten uitleg van de revalidatie arts was genoeg om het hele concept te begrijpen. Alle puzzelstukjes vielen op z’n plek. Het bleek een verstoorde pijnregistratie te zijn in het brein. Heel fascinerend.

En daar was prima wat aan te doen.

Ik mocht een revalidatie traject volgen en kreeg looptraining. Fantastisch!

Dat startte in januari 2018.

Ik werd flink gepijnigd en afgebeuld door de fysiotherapeuten en kreeg goede loopoefeningen. Al na 2 maanden therapie, was er veel verbetering en kon ik zelf verder.

Mijn doel was 20 km wandelen en 5 km hardlopen.

Omdat ik maanden bijna niets had kunnen doen, voelde het nu als een groot cadeau dat ik weer kon wandelen en hardlopen. Dat gaf me de motivatie om de training vol te houden.

Na 5 maanden kon ik 5 km achter elkaar hardlopen. Hierbij had ik geen last van de pees in mijn linker enkel waar ik jaren last van had gehad. Ik genoot met volle teugen.

Toen ik 5 km comfortabel kon rennen, plakte ik er op een dag een kilometertje aan vast. Ook dat ging goed. Ik bleef nog in de veiligheid van het park vlak bij. Maar toen ik nog een kilometertje erbij kon plakken, werd het tijd om de veiligheid van het park te verlaten en wat verder weg te lopen.

Wat vond ik dat spannend in het begin. Wat als het niet goed zou gaan? Natuurlijk ging het wel goed en geleidelijk kreeg ik weer vertrouwen in mijn lijf.

Ik voelde een enorme vrijheid toen ik een rondje polder kon rennen.

En zo ging ik door. Telkens als het goed voelde, plakte ik er een kilometertje aan vast. Op die manier bouwde ik heel geleidelijk mijn afstand op. Dat vergroten van de afstand, vergrootte ook mijn gevoel van vrijheid.

In november 2019 liep ik 12,5 km. Ik had nu mijn afstandsrecord van 12 km, jaren eerder, verbroken. Dat gaf ook een enorm gaaf gevoel.

Maart 2020, vlak voor de Corona lockdown, liep ik 15 km. Toen dacht ik er voor het eerst aan om mogelijk aan een evenement als Dam tot Damloop mee te gaan doen.

Maar alle evenementen werden afgeblazen.

Er werd wel een virtuele Almaar city run by night gehouden en daar deed ik samen met mijn zoon en dochter aan mee. We hadden zelf een route van 5 km uitgezocht. Mijn zoon liep heel snel, maar moest tussendoor wel wandelen. Mijn dochter en ik probeerden hem in te halen. Dat lukte net niet, maar mijn wens kwam wel uit. Ik had de 5 km net onder de 30 minuten gehaald! Wat was ik daar blij mee.

In oktober 2020 werd de halve marathon van Amsterdam virtueel gehouden en daar schreef ik me voor in. Een halve marathon. Dat kwam binnen mijn bereik, want gelukkig konden we hier in Nederland gewoon lekker blijven wandelen, fietsen en hardlopen buiten. Boodschappen doen in die tijd vond ik vreselijk en dan was het daarna zo fijn om hardlopend de natuur in te gaan. Vanuit mijn huis, door de polder naar Bergen en daar de bossen in. Super genieten.

Steeds een stukje verder. Steeds een iets grotere ronde. Steeds verder de duinen in. Ik kon tijdens het lopen ontspannen en alle gedoe even loslaten.

De virtuele halve marathon van Amsterdam werd mijn eerste halve marathon. Ik liep ‘m in een tijd van 2:23:11. Het voelde als een enorme prestatie! Wat was ik trots op mezelf. Na alle overwonnen fysieke problemen, was dit een bekroning van al het trainen.

En het smaakte naar meer. Ongeveer een maand later liep ik er nog 1, gewoon voor mezelf.

Zo ging ik door. Mijn tempo liep geleidelijk wat op en de afstand breidde ik geleidelijk verder uit, zoals ik al die tijd al deed. Voelde het goed, dan plakte ik er een extra kilometertje bij.

Ik liep in oktober 2021 de halve marathon van Amsterdam, echt in Amsterdam. Wat een ervaring was dat! Ik liep ‘m super snel, gedragen door de sfeer en het publiek, in 1:54:06. Die tijd heb ik daarna niet meer kunnen evenaren. De spierpijn daarna was gigantisch! Ik kon 2 dagen amper traplopen.

Eind ’21 leerde ik Hans kennen en hij nodigde me uit om een safari run op de Veluwe te doen. Ook een super leuke ervaring. Al hardlopend wild spotten in de Veluwe zoom onder leiding van een gids. Het werd mijn eerste volledige trailrun.

Vervolgens liepen we de rode route in de duinen bij Schoorl. Een behoorlijk zware route met veel hoogtemeters en mul zand. De route begint met een enorme trap omhoog. Aan het einde zaten we nog niet op 21, 1 en gek genoeg wil je als hardloper niet stoppen bij 20 km, maar wil je dan door tot de afstand van een halve marathon. Hans deed de suggestie om de hoge trap nog een keer te doen. “Ok.”, hoorde ik mezelf tot mijn verbazing zeggen. Als je die trap loopt ben je boven half dood voor je gevoel. Ik moest wel gek zijn om dat een tweede keer te doen na zoveel zware kilometers in de benen.

Hans had zich ingeschreven voor een hele marathon, gewoon om dat eens te ervaren.

Ik was er zelf al een tijdje over aan het nadenken. Als ik het wilde doen, moest ik het nu doen. Nu was ik fit en gezond. Je weet nooit hoe het leven loopt, dus kansen moet je grijpen als je kunt. Tegelijkertijd was er ook angst. Was het wel verstandig? Artrose komt veel in de familie voor. Zou zoveel hardlopen niet schadelijk zijn voor mijn gewrichten? Daarnaast zag ik op tegen de tijdsinvestering. Zou ik dat allemaal wel aankunnen?

Ik had inmiddels ook wel geleerd dat angst een slechte raadgever is. Wil ik leven in angst of in vertrouwen? Ik koos voor het laatste en ging ervoor. Via het KWF schreef ik me in voor de hele marathon van Amsterdam en ging ik geld inzamelen voor het KWF. Alle steun en donaties gaven me een enorme boost in mijn training.

Met Hans deed ik mijn eerste 30 km loop. Heel gezellig.

Ik leefde met hem mee tijdens zijn eerste marathon in mei ’22 en hij leefde mee met mijn marathon in oktober ’22. Ik liep goed en genoot van alle indrukken. Mijn wereld werd geleidelijk steeds een beetje kleiner en vanaf 32 km werd het zwaar. Toch liep ik niet tegen de gevreesde muur op en kon ik vrij aardig blijven lopen. De binnenkomst in het Olympisch stadion was heel emotioneel. De hele reis vanaf mijn voetproblemen tot nu aan toe, kwam tot een gigantisch bekroning met het halen van deze marathon. Met de finish in zicht schalde het lied “Sweet Caroline” uit te speakers. Dat gaf me nog een extra boost voor die laatste meters. Met tranen over mijn wangen kwam ik over de finish. De tijd 4:27:20! Een prachtige tijd, zeker voor een eerste hele marathon. En dat op de leeftijd van 51!

 

Ruim een maand later sloeg de vonk over tussen Hans en mij en vele lopen samen volgden. Toen ontstond het idee om samen nog 1 keer een hele marathon te lopen. Dat werd de marathon van Berlijn in september ’23. Wat was het mooi om zo samen deze reis te maken, vanaf de training, de reis naar Berlijn zelf, tot de marathon die we helemaal samen op liepen.

We lopen nu bijna elke zondag samen, meestal de afstand van een halve marathon of iets meer. Het is samen genieten. Soms loopt het moeizaam, soms makkelijk. Maar samen pratend, gaat de tijd eigenlijk altijd vrij snel voorbij.

 

Gisteren 29 december, liepen we de laatste halve marathon van dit jaar. Het was de 42ste keer dit jaar. Van die 42x 21+ loopjes, waren er 2 hele marathons en 9x 30+ rondjes. Daarnaast nog een keer een afstand van 27 km, opgeknipt in 3 stukken. Aardige statistieken, maar dat is niet het belangrijkste.

Het belangrijkste is dat we nog altijd genieten van het samen hardlopen en samen lange afstanden lopen. Hopelijk kunnen we dit nog heel lang samen blijven doen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.