Afgelopen donderdag: ik sta op het punt om naar bed te gaan als ik hoor dat er buiten 2 katten aan het vechten zijn. Zonder er echt over na te denken, loop ik naar buiten om ze weg te jagen. Ik heb geen zin in kattengejank als ik wil gaan slapen.
Terwijl ik terug naar binnen loop, besef ik me dat dit nog niet zo lang geleden, helemaal niet vanzelfsprekend was. Nu kon ik zo mijn schoenen aandoen en naar buiten lopen. Voorheen moest ik zitten om de schoenen aan te trekken, moest ik de krukken pakken, de deur openen, voorzichtig naar buiten stappen, deur weer sluiten en de tuin voorzichtig in lopen. Zulke simpele handelingen als een deur openen en sluiten, zijn niet zo simpel als je afhankelijk bent van krukken.
Ik lach in mezelf en kijk naar de rolstoel. Die kan ik nu ook wel inklappen. Het kussen eruit halen en het netje voor boodschappen eraf halen. Ik heb ‘m niet meer nodig. Ik maak een mentale notitie om de volgende dag te regelen dat zowel de rolstoel als de trippelstoel opgehaald gaan worden. Ik heb ze allebei niet meer nodig.
Ik loop de trap op naar boven waarbij ik weer kan doorstappen ipv bijstappen met links.
Het zijn allemaal kleine dingen, maar groots als je het een tijdje niet hebt kunnen doen en dan wel weer.
Inmiddels is het zondag en ik kan amper geloven dat het nog maar 3 weken geleden is dat ik voor het eerst een paar passen zonder steun kon zetten. Wat ben ik enorm vooruit gegaan in deze 3 weken!
De dag na mijn vorige blog van 29 september, ben ik in mijn auto gestapt en heb ik geoefend met het koppelingspedaal intrappen. Anderhalve week daarvoor lukte dit nog niet. Het was nog veel te zwaar. Nu lukte het verbazend genoeg, vrij makkelijk. Oké, het was wel zwaar, maar nu goed te doen. En niet pijnlijk. Wel licht gevoelig.
De dag erna, op woensdag 1 oktober, heb ik een klein rondje gereden. Een testrondje. En ook dat ging heel goed. Zo goed dat ik het de dag daarna aandurfde om naar mijn werk te rijden. Wat een mijlpaal was dat ook weer. Dit betekende een einde aan mijn afhankelijkheid.
De maandag daarna (6 oktober) ging ik voor het eerst fietsen. Ik zou voor een rondje park gaan, maar genoot zo van het fietsen dat ik er nog een flinke lus aan vast plakte!
Ik heb fietsen altijd beschouwd als een praktische manier om van A naar B te gaan waarbij je beweegt. Handig, gezond, goedkoop en niet persé leuk. Voor het plezier een fietstocht maken heb ik dan ook niet heel vaak gedaan.
Het verbaasde me dan ook dat ik nu echt intens genoot van de fietsbeweging. Wat was dit heerlijk om te doen en te ervaren! Na de eerste voorzichtige kilometer ging ik versnellen en ik zette mijn lijf even flink aan het werk. Want gek genoeg (of misschien ook wel heel logisch) had ik ook dat gemist.
Het gaf me zo’n ultiem gevoel van vrijheid, die eerste keer weer, fietsend door het park.
Na zo’n 3,5 kilometer kreeg ik ‘ineens’ zware en vermoeide benen. Heel gek, ha, ha, ha.
In die week heb ik meer kleine fietstochtjes gemaakt en in totaal kwam ik al op een mooie 29 km. Het mooiste was de rit van vorige week zondag waarbij ik een stuk met Hans meefietste, die voor zijn (en voorheen onze) wekelijkse halve marathon naar de duinen rende. Tot aan de duinen (8,5 km) kon ik met hem meefietsen en dat was zo gezellig!
Toen hij het bos indook, fietste ik met een kleine omweg weer terug naar huis. Wat een heerlijkheid.
Omdat dit zo goed ging, besloot ik om afgelopen week het woon-werk verkeer ook weer op de fiets te gaan doen. Makkelijker gezegd dan gedaan, want het was snel duidelijk dat mijn lijf het niet meer gewend was. Op maandag had ik een thuiswerk dag, dus ik begon op dinsdag en had nog wat extra ritjes omdat ik op meerdere locaties moest zijn (want dat kon nu ook weer). Zo had ik meteen al 24 km gefietst. Op woensdag had ik op de heenweg tegenwind, spierpijn, vermoeide spieren en zadelpijn. En ondanks dat genoot ik enorm! Die dag kwam ik uit op 25 km. Donderdag nog een keer 24 km. Genoeg kilometers na die lange tijd niets.
Het hield echter niet op na donderdag, want op vrijdag ging ik mijn boodschappen halen met de fiets. Ook dat kon weer.
Gisteren ben ik op de fiets naar Hans gereden, zodat ik vanochtend met hem mee kon fietsen op zijn halve marathon. Omdat het nu vanuit zijn huis een polderloop werd, kon ik het hele stuk meefietsen. Zo fijn om het weer samen te mogen beleven, al is het nu nog ietsje anders.
Samen bewegen in de buitenlucht en ondertussen fijn kunnen praten. Dat is waar we allebei zo van houden. En dat kon nu weer op deze manier.
Mijn zitvlak was iets minder blij met deze actie want na een uur kreeg ik al zadelpijn. En Hans loopt wel snel, maar zo snel ook weer niet. Hij had vandaag iets meer dan 2 uur nodig voor deze loop en dat is evengoed heel snel. Als je al na een uur zadelpijn krijgt, dan is 2 uur erg lang, kan ik je vertellen. Op een gegeven moment ben ik maar even een stukje vooruit gefietst om daarna aan de kant even uit te rusten.
Ruim 22 km gefietst. En begin van de middag fietste ik ook weer van Heerhugowaard terug naar mijn huis in Alkmaar. Hoppa, nog eens 8 km erbij. En ja, na 2,5 km kwam de zadelpijn weer terug. Auw.
De teller van de fietskilometers kwam deze week op maar liefst 125 km! Misschien heb ik hierin ‘ietsje’ overdreven.
Ondertussen had ik mijn krukken niet meer nodig binnenshuis, en dat was wel handig want dan hoefde ik ze ook niet mee te nemen op de fiets.
Buitenshuis gebruikte ik de krukken nog wel. Ik was al overgegaan op lopen met 1 kruk. Ik was ook gestart met fysiotherapie. Een beetje hulp met mobiliseren van de voetgewrichten en de enkel is wel handig en ook de begeleiding straks van wandelen naar hardlopen. Op advies van de fysio ben ik toch weer terug gegaan naar wandelen met 2 krukken. Daarmee loop ik veel beter en symmetrisch. Op deze manier maakte ik elke dag een wandeling, zoals ik al deed sinds ik uit het gips ben.
Vorige week zondag maakte ik zo met Hans weer een heerlijke wandeling van 5 km, nu in de duinen bij Schoorl. Het voelde als thuiskomen om daar weer te wandelen. Het is zo’n prachtig gebied en we werden getrakteerd op vele vliegenzwammen! Wat een feest!
Afgelopen week probeerde ik een klein blokje om zonder krukken. En dat lukte.
Vervolgens een heel klein stukje park en dat lukte ook.
Toen nog weer iets verder, maar nu met de krukken in de hand mee. Dan kon ik kijken hoever het goed lukte zonder krukken en daarna verder lopen met krukken.
Dat lukte 1 km.
De dag erna 1,2 km.
Super natuurlijk, maar ik vond het niet heel fijn lopen met de krukken in mijn hand. Dus besloot ik gisteren dat ik de krukken nu gewoon helemaal zat ben en gewoon zonder krukken een rondje park ging lopen. Het was goed concentreren, want ik merk dat mijn balans nog verre van optimaal is. Het was hard werken voor veel spieren. Maar het lukte! Een wandeling van 2,5 km door het park lukte zonder krukken! Wat een overwinning weer. Opnieuw een mooie mijlpaal.
Vanmiddag ging ik weer met Hans wandelen in de duinen. En dit keer wilde ik dat ook zonder krukken doen. Voor de zekerheid de krukken wel meegenomen. Hans was zo lief om ze voor me vast te houden. Nu ik geen krukken gebruikte, konden we eindelijk weer hand in hand lopen. We zochten redelijk vlakke paden uit om te lopen, maar ook daarvan is de grond natuurlijk niet erg gelijk in een bos en duingebied. Dat was dus goed opletten en voorzichtig lopen. Hierbij gaf de hand van Hans me voldoende steun om mijn balans te kunnen houden. Dit was ook genieten voor ons allebei. Eindelijk weer voor langere tijd gezellig hand in hand kunnen wandelen. En dat in zo’n prachtig gebied. Zo hebben we bijna een uur gelopen en 3,4 km afgelegd. Ook dit voelde als een geweldige mijlpaal.
Er zitten nog beperkingen. De kuitspieren zijn nog veel te kort, het enkelgewricht zit nog erg vast en de voetwortel gewrichten zijn ook nog niet soepel genoeg. Hierdoor loop ik nog met een ‘mankje’. Maar het gaat goed vooruit. Ik oefen flink en dat werpt zijn vruchten af.
Morgen is het 13 weken geleden dat ik mijn enkel brak. Bijna 3 maanden. Het herstel ging de eerste weken nadat ik uit het gips kwam, wat moeizaam. Dat frustreerde me op momenten.
De afgelopen weken ging het met sprongen vooruit.
Zo terugkijkend op de hele periode van herstel, voel ik me vooral ontzettend dankbaar. Ik heb zoveel dingen mogen ervaren en meemaken.
Ik heb ervaren om afhankelijk te zijn. Dat was absoluut geen makkelijke les voor me. Wel fijn om te merken dat ik veel lieve mensen om me heen heb, die graag willen helpen.
Ik heb ervaren dat er ook buiten mijn eigen kring, genoeg behulpzame mensen zijn. Mensen die me zagen rijden met de rolstoel in het park en vroegen of het ging en of ik hulp nodig had. Mensen in de supermarkt die dingen voor me wilden pakken uit een schap of een koelvitrine.
En wat is het goed geregeld hier, dat je gewoon een rolstoel kunt lenen zonder kosten! Het wordt zelfs kosteloos bezorgd. Dat vind ik een super service. Ik heb er heel veel plezier van gehad en het heeft me veel vrijheid gegeven.
Ik heb met veel verschillende personen mee mogen rijden en veel verschillende rijstijlen gezien. In veel verschillende auto’s gezeten als bijrijder.
Ik heb mogen ervaren dat ik over het algemeen positief ben en daar veel kracht uit haal. Ik heb ook mogen ervaren dat hier ook een valkuil in schuilt. Namelijk te snel voorbij willen gaan aan de oncomfortabele gevoelens die er ook bij horen en gevoeld mogen worden.
Ik heb heel veel steun en lieve reacties gekregen in het hele proces. Hartverwarmend!
De breuk in het bot is nu hersteld. Het is nu nog werken aan het terugkrijgen van de mobiliteit, kracht en balans. Ik ben aan het opbouwen. En dat is een heel fijn gevoel!
Reactie plaatsen
Reacties